Het maantje pinkelt helder
Ik loop een straatje om
Raai es wie 'k op de Geldersekade tegenkom
Da's Piet. Hij zegt: He! Goeie
Ik zeg: Zo is 't maar net
Toen hij weer: En wat doe je
Ik zeg: Ik loop hier met
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van de warme buurt
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van Groot Mokum bij nacht
De maan was al een spatje
Verdonkerd en verdomd
Daar roept Merie: He, schatje
Als jij nou bovenkomt
Dan schenk ik iets van santjes
Ik zeg: Dat kost maar tijd
Let liever op je klantjes
Laat mij maar schuiven meid
Met m'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van de warme buurt
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van Groot Mokum bij nacht
In 't pikkedonker was er
Op 't Ouwekerksplein
Onder een boom een gasser
Die smeris bleek te zijn
Die ging erop staan turven
En riep: In naam der wet
Ik zeg: Blijf van me lurven
Ik loop hier netjes met
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van de warme buurt
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van Groot Mokum bij nacht
Ik merkte aan de slagen
Dat ik 't bureau in most
Daar gingen ze me vragen
He, wat doe je voor de kost
Verslaggever? Of bikker
Of leef je op de biets
Artiest? Chanteur? 'n Flikker
Ik zeg: Ik? Ik doe niets
'k Loop met m'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van de warme buurt
M'n ziel onder m'n armen
En de maan langs de gracht
En ik asem de charme
Van Groot Mokum bij nacht