Starend met kleurloze ogen
Naar wat morgen lijkt te zijn
Zie ik alles voorbij gaan
Alles wat ooit geschiedde
Ons bestaan verzonken in deze vloed van ijs
Rijken in vorst getooid
In de vorst door ons bestaan voortgebracht
Het ontwaken van de wereld
Nooit beleefd door vlees en bloed
Enkel bereisd in onze diepste dromen
Waaruit we schreeuwend ontwaakten
De ijzige storm voor de stilte breekt aan.
Zoals de wereld is geschapen
Zal ze ook vergaan
De poorten des doods reeds geopend
Ons leven schiep de dood
Aanschouw nu Gods creatie: de mensheid in een glanzend kleed van ijs
Ik heb de geur des doods geroken
In deze grote leegte
Geen venster vertoont hier een glimp van de dag of de nacht
Geen schaduw die deze plaats verkleurt
Geen licht dat hier flikkert
Enkel grauwe mist die mijn ziel verteert en beheert
Starend met bevroren ogen, ons leven schiep de dood…