Door de deur op een kier
Zag hij beelden uit zijn jeugd
Oorlog: 't Huis vol onderduikers
Vraag: Wie wel en wie niet deugt
Het bevrijdingsvertier
Toen de twijfel echt begon
In de optocht liep hij achter
Tank gebouwd van bordkarton
Als een kabouter aandoenlijk verkleed
En z'n vriendinnetje van vijf
Ging als Roodkapje
Door de deur op een kier
Die twee kinderen hand in hand
Droomfiguurtjes tussen bordpapieren tanks
In bevrijd Nederland
Door de deur op een kier
Vierenveertig razzia
Zondags vroeg, preek-preparerend
Stond politie voor papa
"U verbergt mensen hier"
Toen men twee warme kussens vond
En z'n pa als theoloog loog
"Van de kat en van de hond"
Grote Stilte, maar goed
De smoes werd aanvaard
"Nun, bitte, die andere Zimmer"
M'n vrouw en zoontje slapen hier"
En als vertedering vroeg misbruikt
'n Acteurtje, van vijf jaar kraait van plezier
Onder 't bed was het luik
Door de deur op een kier
Zag hij een zaal vol vrolijkheid
Andere mensen af te leiden
Zette hij door in vredestijd
Tussen ogen vol plezier
Zag hij soms een strak gezicht
Dat niet begreep, waar toch vandaan kwam
Zijn grote hang naar lach en licht
Ach gut, Roodkapje is al jaren getrouwd
Maar hij speelt op het toneel
Nog altijd zijn eigen sprookje
Daar viel de deur in het slot
Door de nachtelijke wind
En hij was weer alleen als voorheen
In God's vrede oorlogskind