"Ik heb zo vaak op de pauk geslagen
En een nieuwe weg gewezen
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ik heb beantwoord ontelbare vragen
En hen met kleur de les gelezen
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ze blijven liegen, bedriegen
Verdraaien, verfraaien, wat slecht is
Ze blijven glibberig kronkelen, kronkelen
Verdraaien, wat echt is
Nooit es een duidelijke, heldere, klinkende zin!
Waar is toch die oergedachte
Die de mens met mens verbindt?
Kok is daartoe niet bij machte
Ach, dat weet toch ieder kind
Ik heb aan de grote klok gehangen
Als zij weer geen notie nemen van de klepel
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ik heb de waarheid in proza en zangen
Hen als pap ingegoten met de lepel
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ze blijven als dwergen, verbergen
Om in de mens te geloven
Draaien, schoppen naar onder
En aaien naar boven
En de toekomst, die zij ons beloofden
Daar komt niets van in!
En ons mooie rooie spandoek
Haalde men maar van de stok
Wordt gebruikt als ouwe handdoek
In de keuken van Wim Kok
Ik heb zo vaak hen mijn stem gegeven
En oprecht voor hen gekozen
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ik heb gevraagd: Vecht voor een beter leven
En help de radelozen
Maar de politici
Verdommen, verdommen, verdommen het!
Ze bekoorden met woorden
Jou in de verkiezingscampagne
En sloten akkoorden
En vermoorden toen alles an je
Had ik het maar geweten in het begin!
Hoe kunnen ook eigenlijk zulke mensen
Sluw, zo vol berekening
Een paradijs op aarde bouwen
Naar jouw kindertekening?"