Miek En Roel - Zaterdagnacht 歌词

Zaterdagnacht en het keetje loopt vol.
De whisky vol water, het hoofd vol bier.
De gokkers verwensen hun paard dat niet won,
de hoeren verkopen een beker plezier.
Zaterdagmorgen en geen meter meer vrij.
Ik zoek stoelen die ik, God zij dank, vind.
Een cola voor haar, een whisky voor mij,
en voor ik het weet ben ik goed in de wind.
Ied'reen heeft de wijsheid in pacht
in een stamkroeg op zaterdagnacht.
Hilde en Lieven zijn druk in de weer
al blijft Leven voorlopig een heer in 't verkeer.
Nu vraagt een moordgriet: "Wat doe je daar voor?"
En om de draad steekt ze haar tong in zijn oor.
Ido verteld van de grote revolutie,
een man zegt: "begin met de waterpolutie."
En hoewel nu wel een ander mijn schoot heeft bezet
hou ik van hou.

Zaterdagnacht en de jukebox lawaait,
in het donkerste hoekje wordt duchtig genaaid.
M'n hersens slaan tilt van 't geroep en getier,
en ik proef geen verschil meer tussen whisky en bier.
Zaterdagnacht en mijn vrienden zijn zat.
Ze staan op tafel en ze lullen maar wat.
Om duistere redenen sta ik op een stoel
en klim in een boom zoals een aap het zou doen.
Ied'reen heeft de wijsheid in pacht
in een stamkroeg op zaterdagnacht.
Hilde en Lieven zijn druk aan de slag,
en Lieven denkt weer dat alles hier mag.
Nu vraagt ze: "Moordgriet, waar doe je dat voor?"
Maar zij houdt halsstarrig haar tong in zijn oor
en past zelfs een mouw aan de waterpolitie.
En hoewel nu een ander mijn schoot heeft bezet
hou ik van jou.

Hilde en Lieven zijn nog aan de slag,
en Lieven doet alles wat eigenlijk niet mag.
Nu zegt ze: "Moordgriet, we gaan er vandoor,"
en zij knikt van ja met zijn tong in haar oor.
Ido steekt Mao op zak voor vandaag
en drinkt zich gelaten een stuk in zijn kraag.
En hoewel nu een ander mijn schoot heeft bezet
hou ik van jou.
这个歌词已经 117 次被阅读了