Wat een vriend ben jij.
Had ik maar een doosje bij
om jou te bewaren.
Ik wil je nog ja, in mei
bij mij.
Wat een vriend ben jij.
Al m'n onrust is voorbij.
Nu jij bent gekomen
voel ik mij herboren en vrij,
en vrij.
Toen ik jou niet had
en mij alles tegen zat,
toen zocht je mij,
vond je mij.
Vrienden zijn goedkoop
voor wie steeds op rozen loopt;
maar niet voor mij.
En toch kwam jij.
U bent een echte vriend,
een die aanwaait met de wind
en verder drijft.
Je zei: "Ik blijf."
En hier ben jij.