Miek En Roel - Neuzenlied 歌词

Oom Gerrit was m' er eentje die steeds van fratsen
hield.
Was hij eenmaal in zijn dagje, lag je gauw van 't
lachen plat.
Laats nog kwam hij op een feestje met een plasticneus
versierd,
zo een knaap van rood er roze. Jongens werd er toen
gegierd.

En het volk roep: "He, da's keurig."
En het volk riep: "He, da's net."
Waarom 't ook niet eens proberen vlug zo'n fopneus
opgezet?

Op dat feest was ook een zanger die dacht dat hij
talent bezat,
doch nochtans geen mens ontdekte dat hij niets
opvallends had.
'k Heb mijn image hier gevonden: met zo 'n aardbei op
mijn kop
wordt ik vlug een knalvedette, haal ik zeker snel de
top.

En het volk roep: "He, da's keurig."
En het volk riep: "He, da's net."
Waarom 't ook niet eens proberen vlug zo'n fopneus
opgezet?

't Werd, u raadt het, een sensatie, een komeet door de
top tien.
Wat hij zong is naast de kwestie, als men maar zijn
neus kon zien.
't Was het eind der lange haren, nooit nog werd een
bloem gestrooid.
Wie nog ín en hip wou wezen liep met een tomaat
getooid.

En het volk roep: "He, da's keurig."
En het volk riep: "He, da's net."
Waarom 't ook niet eens proberen vlug zo'n fopneus
opgezet?

d' Ouwe heren der regering zochten bij de neus hun
heil,
zij behingen hun gezichten en ze noemden 't nieuwe
stijl.
't Was een, moet hier toegegeven, grote winst voor hun
fysiek.
Zo verwierven onze oudjes weer de gunst van Jan
publiek.

En het volk roep: "He, da's keurig."
En het volk riep: "He, da's net."
Waarom 't ook niet eens proberen vlug zo'n fopneus
opgezet?

Ook de kerk gaf gauw haar zegen in haar
na-zo-encykliek;
want de kerk volgt traag de zeden maar heel snel de
politiek.
Theologen toonde dadelijk met bewijzen, klaar genoeg
dat op 't bruiloftsmaal van Kana Christus zelf een
feestneus droeg.

En het volk roep: "He, da's keurig."
En het volk riep: "He, da's net."
Waarom 't ook niet eens proberen vlug zo'n fopneus
opgezet?

Wat zo dikwijls reeds gebeurd is, dat gebeurde ook
ditmaal.
Wat een mode was werd wet en wat een wet was werd
moraal.
Als wij ons op straat vertonen kijkt men ons
misprijzend aan.
Met zo'n blik van: "Zie die twee daar, net of w' in
ons blootje staan."

En het volk roept: "Da's onzedig."
En het volk roept: "Da's niet net.
Waarom niet als alle and'ren
ook een fopneus opgezet?"
这个歌词已经 123 次被阅读了