Liesbeth List - Jaargetijden 歌词

Het is winter, de sneeuw valt naar beneden
Een man, een kind, een slee, het wit gevroren gras
Ze kijkt naar buiten en staart in 't verleden
Haar liefste lief, de ster van David op z'n jas
En ze weet wel dat er niemand luistert
Maar toch fluistert zij zacht zijn naam
Ooit zal ze hem weer zien
Morgen misschien

't Is lente, nieuwe blaad'ren aan de bomen
Kinderen spelen, schreeuwen, lachen, kattekwaad
Maar in haar hart voelt zij de angst, ze blijven komen
Gierende remmen, stampende laarzen in de straat
En ze weet wel dat er niemand luistert
Maar haar hoop is nooit echt weggegaan
Ooit zal ze hem weer zien
Morgen misschien

Het is zomer, de zon schijnt door de ramen
Een mooi terras, grote drukte op 't plein
Maar zij ziet alleen maar die vergeten namen
Gelaten wachtend op die volgepakte trein
En ze weet wel dat er niemand luistert
Zoveel jaren zijn voorbij gegaan
Toch zal ze hem ooit weer zien
Morgen misschien

Het is herfst, buiten kom je niemand tegen
De storm huilt en de wind heeft vrij spel
En zij zit weer in dat kamp, in kou en regen
Weer neemt ze afscheid, bij de poorten van de hel
En ze weet wel dat er niemand luistert
Ze schrijft zijn naam op het beslagen raam
Ooit zal ze hem weer zien
Morgen misschien

Morgen misschien
't Wordt weer winter
这个歌词已经 118 次被阅读了