Af en toe heb ik geen zin om groot te zijn
Af en toe denk ik: O, was ik maar weer klein
Af en toe ben ik 't leven zat
En dan zit ik in dat grote zwarte gat
Af en toe lijkt alles koud en kil
Af en toe weet ik niet wat ik wil
Af en toe vind ik m'n draai maar niet
En dan troost ik mij maar met een lied
refren':
Want, door diepe dalen moet je gaan
Om maar tijd'lijk op de berg te staan
Want, hoe weet je, als je nooit eens leeft
Wat de wereld jou te bieden heeft
Af en toe denk ik: Het is met mij gebeurt
Af en toe denk ik: He mens, hou op, je zeurt
Af en toe lijkt alles grijs en grauw
Af en toe denk ik: Dat komt door jou
Af en toe heb ik de pest aan iedereen
Af en toe voel ik me zo alleen
Af en toe heb ik gewoon verdriet
En dan denk ik dat geen mens dat ziet