Merel slaapt niet,
hoe moe ze ook is.
Ligt heel gespannen,
de oren gespitst.
Beneden stemmen,
die klinken vertrouwd
dan valt een stilte
ze krijgt het benauwd.
da'lijk hoort ze de treden weer
en telt ze iedere stap
want de nacht kent geen vrede meer
sinds hij voor het eerst tot haar sprak
Merel,
we delen een geheim
onze wereld
alleen voor jou en mij.
Ze ziet hoe moeder
haar blikken ontwijkt
momenten samen
krampachtig vermijdt.
Ze denkt aan vroeger
hoe lief hij toen was
hij haar op schoot nam
en sprookjes voorlas.
Eens zo veilig en nu bedreigd
Merel snapt niet hoe het kan
dat de man die ooit liefde gaf
haar alle dromen ontnam
en zei
Merel,
we delen 'n geheim
onze wereld
alleen voor jou en mij.
Merel,
je hoeft niet hier te zijn.
In jouw wereld
doet niemand je nog pijn.
Merel,
vlucht van hem vandaan.
In jouw wereld
raakt niemand je nog aan.
(c) Frans Bakker en Herman Schulte