Jaap Van de Merwe - Wat je niet ziet, dat kan je toch ruiken! 歌词
Wat je niet ziet
Dat kan je toch ruiken
Want een mens heb niet voor niks zo'n grote neus
En als je die niet
Goed weet te gebruiken
Ben je, onder ons gezegd, een kneus
Als je denkt: "Wat ken dat wezen?"
Steek je snufferd in de wind
En dan maar snuiven, snuiven, snuiven
Tot je het antwoord vindt
Want wat je niet ziet
Dat kan je toch ruiken
Wat schaft de pot vandaag
Wat hebben we hier voor drank
En je ruikt de erotiek
De vrije natuur en de fabriek
En bij een mens, of-t-ie een kleurling is of blank
Wat je niet ziet
Dat kan je ruiken aan de stank
Annechien en Arie Miezelmoe, al jarenlang getrouwd
Kregen ongenoegen over 't middageten
Arie vond de warme hap van Annechien gewoon te slap
Nou, dat heeft die arme Miezelmoe geweten
Hij moest met Annechien uit eten gaan bij de Chinees
Maar hij begon te kokhalzen bij 't eerste happie vlees
Hij riep: "'t Is kittekat"
Zij vroeg: "Hoe weet je dat?" En toen hij weer: "Wat je niet ziet, dat kan je"
Iwan Slabberdewatzky was van z'n beroep een astronaut
Die een keer van 't Kremlin naar de maan moest reizen
Maar hij raakte onderweg een beetje in de lappemand
Zodat z'n ruimteschip al ging kapseizen
De loenik daalde in een onbekend stuk water neer
En Iwan riep: "Dit is d'Amerikaanse invloedssfeer
Ik ruik al waar we zijn
Zo stinkt alleen de Rijn! Wat je niet ziet, dat"
Janus Arkenbout, die woonde met z'n vrouw in Europoort
En de vuile lucht, die sloeg hem op z'n ogen
Na een borrel is hij onbekwaam eens in z'n flatgebouw
Bij z'n buurman-vrijgezel in bed getogen
Na tien minuten vrijen merkte Janus het abuis
En zei: "Ik ben verkeerd! M'n vrouw ligt in het volgend huis
Dat komt: Ik ziet zo slecht!"
Maar buurman riep terecht: Wat je niet ziet"