De bleekgezicht spuugt op de nikkers
En elke nikker op bleekgezichten
En elke hetero smaalt op flikkers
En alles hoont de masochist
Maar omstreeks Kerst ontdooit het hart
Van kwee, frigide en zwart
Negerpotten zien geen been
In slapen met Joop Glimmerveen
Iedereen is aardig voor zijn minderwaardig
Medeschepsel, dat al zoveel mist
De katholiek schuwt protestanten
En protestanten wantrouwen roomsen
De atheist haat beide kanten
En iedereen veracht de Jood
Maar omstreeks Kerst rijst er een idee
"Kom kom, ze vallen best mee!"
De pastoor en de rabbijn
Staan in een kerk naast dominee
Bisschop Gijzen flirt
Met Albert Mol tot hij 't bescheurt
En dan roept hij: "Wat is Allah groot"
Iedere knecht schimpt op de bazen
En elke baas tiert op zijn knechten
En samen lopen zij te razen
En wensen de regering dood
Maar omstreeks Kerst dan is er een piek
Van suikerpolitiek
Dries van Agt laat zich opnemen
In de Bloemenhovekliniek
En Hans Wiegel zit als jongste NVV-lid
Zoet bij Arie Groeneveld op schoot
Iedere brommer vloekt op d'autorijder
De autorijder scheldt op de brommer
Ze zullen beiden fietsen snijden
En allen rijden wandelaars dood
Maar omstreeks Kerst gaat zelfs de prins-gemaal
Niet met z'n vriend aan de haal
Thuis vertelt hij vroom bij sjokolademelk
Het Kerstverhaal
Saam een vredesdroom
Bij de plastic boom;
Een week zijn wij broeders in de nood
Na Nieuwjaar slaan we elkaar wel weer tot schroot