Het was de klas van de gebroeders Bolland.
Die twee zaten daar te stralen.
Vlak achter hen zat een aantrekkelijke vrouw.
Die had wat gehad met die blonde.
Voor hem was het geschiedenis, voor haar niet.
De jongens hadden roem, succes en geld.
Zij had een baantje en een kindje.
En mocht niet klagen.
Aan het slot moest er gezongen.
De broers klommen op de bank en pakten hun gitaar.
En wreven toen tweestemmig een kilo zout in een hele ouwe wond.
Dat laatste shot van haar, terwijl ze zo omhoog keek.