Onderweg tussen Brussel en Gent
Vreemde bui, 't is bijna nacht
Niemand thuis die op haar wacht
Geen hond, geen kat, geen telefoon
Vreemde bui, 't is bijna nacht
Niemand thuis die op haar wacht
Er is geen theorie, geen eenzaamheid
Geen groot verdriet
Het antwoord is niks, de vraag is ze kwijt
Zij wil niks
Geen hoop, geen toekomst, geen verlangen
Zij wil niks meer
Geen man, geen vrouw, zij wil niks
Even niemand die op haar wacht
Niemand die wacht vannacht
Zij wil niks meer
Helemaal niks
Op haar gevoel, nergens naartoe
Genoeg gepraat, 't is bijna nacht
Te veel en te vaak gezegd wat ze dacht
Ze zweeft omhoog tussen hemel en aard
Te veel gepraat, 't is bijna nacht
Ze schreeuwt het niet uit en zingt het niet zacht
Geen theorie, geen eenzaamheid
Geen groot verdriet
Het antwoord is niks, de vraag is ze kwijt
Zij wil niks meer
Geen hoop, geen toekomst of verlangen
Zij wil niks
Geen man, geen vrouw, zij wil niks meer
Al is er niemand die op haar wacht
Niemand die wacht vannacht
Het doet haar niks
Helemaal niks
Ze zei geen ja, ze zei geen nee
En hij zei alleen tot ziens
En het enige dat nog overblijft is genoeg
En verder niets
Zij wil niks meer
Geen hoop, geen toekomst, niks
Zij wil niks
Geen man, geen vrouw, niks
Al lijkt het morgen maar een grap
Toch is er niemand die nu lacht
Zij wil niks meer
Helemaal niks