Hopeloos - De karstman 歌词

Ik zen misschien wel oud, mor ik kan nog jaren mee.
Ik warekik alleen rond karsttijd, de rest zen'k oep conge

De karstman, de karstman, de karstman, ho, ho, ho,
Met rudolf het rendier,
Met karstmis oep de zwier,
De karstman, de karstman, de karstman, ho, ho, ho,

Een goedlachse figuur, ja ne sympathieken tip,
Altijd volle goesting, ik trek dus nooit een lip.

Hemmeket wa koud, pak'k ne slok cognac,
Mor natuurlijk ni teveel, of 'k hem e stuk in menne frak

Het hee zo fel gevroren, de wegen zen wer glad,
Ik spreek van ondervinding, 'k lag al drij keer oep m'n gat

De bomen zen versierd met slingers en met ballen,
De lichtjes in de straat da zal e wel bevallen

Gelovet of gelovet ni, ik heb e vliegende slee,
En elfe in m'n fabriek on een armoeizaaierspree

Jingle bels en consoorten, vinkik sfeervolle muziek
Mor die liekes van hopeloos daarvan weurrekik ziek

Mennen tijd zitter wijd oep, 'k denk da ieder z'n portie kreeg,
Nog e paar adreskes en menne zak is weral leeg.

Ik missekik mijn vrouwke, da zulde toch wel snappen
Dus ik keer t'rug nor huis, ja ik gon naar de lappen!
这个歌词已经 111 次被阅读了