Herman van Veen - Moeder de Gans 歌词

Op een mooie maandagmorgen
Gaf een man een vrouw een kus
Net uit bed en uit gewoonte
Naar zijn werk in een volle bus
Hij stapte uit en hij stak over
Hij keek niet uit en hij kwam onder
Een tandem
Hij was een geluksvogel
Hij werd twee keer overreden
Niemand keek toen iemand gilde

De laatste keer dat ik je zag
Was toen jij mij niet wilde zien
Bij het oversteken van de straat
Ik schrok
Er zijn zoveel van die jassen
Je zag er wit en verdrietig uit
Ik wilde je nog roepen
Maar je was de hoek al om
Aarzelend bleef ik staan
Ik wilde zeggen

Zijn pols werd zwakker
Zijn pols werd zwakker
Toch werd hij wakker door die schok
Hij deed zijn ogen eindelijk open
En zag voor het eerst
Hij zag voor het eerst
En een vrouw boog zich voorover
"Dit is een heel vreemd ongeluk"
Zei ze toen ze hem teder aankeek
"Het is je eindelijk gelukt"

De aarde geurde naar benzine

"De eerste fase van extase
Heet verwondering" zei ze toen
Hij knikte ja met zijn pupillen
Is er een dokter
Is er een dokter
Is er een dokter in de zaal
Ik heb een goeie dokter nodig
Voor het eind van dit verhaal
这个歌词已经 147 次被阅读了