Een wit gezicht
een rubber, lichaam
clowneske handen
en een veel te grote mond
zes buitelingen
drie slechte grappen
een snik
en een briljante vondst
een poëtische passage
een vibrerend element
een misstap
de ontgoocheling
een groot succes
moment van stilte
verdrietige verliefdheid
en de eenzaamheid die wacht
wat fel geluk
onzeker, wankel
een warme hand
applaus en doek
het witte licht
de lege zaal
de massa golft
grijs kleedlokaal
zo zwaar vermoeid
een hoofd van lood
een schelle lach
op het balkon
het stof, de geur
versleten pluche
een oud gordijn
een blij refrein
mijn naam is:
Harlekijn