Ik weet het nog heel goed, het was de vijfde of de zesde klas
Met een racket als gitaar was ik de coolste die d'r was
Met mijn vrienden voor de spiegel waren wij een dondersstoere band
En in gedachten stonden wij al op te treden in een grote tent
Op de middelbare school kreeg ik mijn allereerste rockgitaar
Hij klonk waanzinnig kut en hij was allejezus zwaar
Met de blaren op mijn vingers speelde ik nog steeds maar een akkoord
En mijn solowerk was klote, echt het slechtste dat je ooit hebt gehoord
Maar stond ik voor de spiegel, dan begon mijn bloed te stromen
En was ik weer zo goed als in mijn allerstoutste dromen
Wereldberoemd, en alle vrouwen
Wereldberoemd, willen van me houwen
Wereldberoemd, en met me trouwe
Wereldberoemd, ik lijk verdomme wel Frans Bouwer
Wereldberoemd, in Appelscha
Wereldberoemd, Tietjerkstradeel
Wereldberoemd, en in Hazerswoude
Wereldberoemd, want daar kom ik ook heel veel
Het bleef een heel gehannes maar toch werd er over ons al verteld
En d'r kwam een klasseavond en we werden door de rector gebeld
Of dat wij niet wilden spelen. Ja natuurlijk, want dat vonden we prachtig
Het was waanzinnig stoer, maar God, wat waren we zenuwachtig
En toen 's avonds in de aula, bij onze allereerste gig
Speelde ik waanzinnig klote maar had wel de mooiste chic
Wereldberoemd, en alle meiden
Wereldberoemd, willen met me vrijen
Wereldberoemd, ja, ze staan in rijen
Wereldberoemd, zich tegen mijn borst aan te vleien
Wereldberoemd, tot in Abcoude
Wereldberoemd, Tietjerkstradeel
Wereldberoemd, en in Hazerswoude
Wereldberoemd, want daar kom ik ook heel veel
Wereldberoemd, wereldberoemd
Wereldberoemd, wereldberoemd
Wereldberoemd, wereldberoemd
Wereldberoemd, daar was het altijd om te doen