Aan de poorte van den hemel
Klopte'r overtijd ne man
Sinte Pier springt uit zijn bedde
En zijn broek was seffens aan
Spoedig steekt hij zijnen sleutel
In het slot van d'hemeldeur
En hij trekt de poorte open, glorië, gloria, sasa
En daar staat ne priester veur.
't Was ne paster van een parochie
Uit het bisdom hier van Gent
Die gekend was 't allen kanten
Voor nen hevigen kiesagent
Die kon kloppen op de preekstoel
En kon brieschen buik sta bij
Op die ketters en die geuzen, glorië, gloria, sasa
En de franc-maçons daarbij.
Telkens dat 't moest kiezing worden
Liep den heiligen zwarte man
Bij zijn goede parochianen
En hij dreigde mee den ban
AI diegenen die dierf kiezen
Voor de geuzen g'lijk z'hij noemt
Of niet stemde voor de papen, glorië, gloria, sasa
Dat hij eeuwig was verdoemd.
En stond nu deze preker
Voor de deur van 't Paradijs
De portier liet hem niet binnen
Zonder een ontvangstbewijs
Maar zijn meester God De Zeune
Kwam daar juist op 't zelfde pas
En hij vroeg aan Sinte Pieter, glorië, gloria, sasa
Wie daar aan de deure was.
Lieven Heere sprak Sint-Pieter
En hij boog tot aan de grond
't is weer eene van die herders
Die zijn plichte niet verstond
Die de vijandschap gebracht heeft
Tussen geus en katholiek
En die dacht dat zijne zending, glorië, gloria, sasa
Maar bestond in politlek.
't Pasterken stond al te beven
Bleek gelijk nen hete koek
En 't zweer liep van zijn kaken
En hij scheet haast in zijn broek
Och Heer Jezus wees genadig
Laat mij toch naar d'helle niet gaan
Alles wat ik heb bedreven, glorië, gloria, sasa
Heb ik voor de paus gedaan.
Christus die bekeek hem sterlings
Van colère wierd hij rood
Ha kadé laat ne keer horen
Leg maar al uw werken bloot
Meende gij da'k op de wereld
Ben geweest als catotijn
Om alzo van mijn discipels, glorië, gloria, sasa
Nagevolgd te moeten zijn.
Heb ik ooit van heel mijn leven
Ging de Zaligmaker voort
Mij aan papen of aan geuzen
of aan politiek gestoord
Heb ik, zo als gij ne kieshond
Of ne stemmenklutser geweest
Hebt ge gij dat ooit gevonden, glorië, gloria, sasa
Als ge 't evangelie leest.
Miseréré, riep de paster
Met zijn ogen vol getraan
't is de schuld van onze bisschop
Dat en trek ik mij niet aan
Uwen bisschop is een schepsel
Die al es 't hij eigenaar
Voor mijn oordeel zal verschijnen, glorië, gloria, sasa
Als nen armen bedelaar.
uwen bisschop zjjne kleren
Staan van goud en zilver stijf
En de Goddelijken Meester
Had geen hemde aan zijn lijf
Uwen bisschop drinkt champagne
't Zij betaald als op de poef
En Ons Heere die moest zuipen, glorië, gloria, sasa Aan een pomp uit zijne kloef.
Gij kunt naar den duvel lopen
Of te wel bij Peer Malou
Riep ons Heere en sloeg de poorte
Voor de pasters muile toe
En de slag was zo geweldig
Dat de kieshond uit de locht
kwam gevlogen en een plaatsken, glorië, gloria, sasa
In den luizekelder zocht
Van de slag van d'hemelpoorte
Lag den boel heel overhoop
Al den huisraad vloog omverre
En al d'heiligen op de loop
En de rijstpap en de lepels
't Roldege allemaal uit de kas
't is daarmee dat' op de kiezing, glorië, gloria, sasa
Zulk's ne felle storme was.