Daar is mijnheer Uytersprot
De welbekende Uytersprot
Hij maakt de kleine meisjes zot
Ah, typisch, mijnheer Uytersprot
Hij zingt voor hen zijn fijnste wijsjes
Behandelt ze met fatsoen
En 's avonds zingt hij voor de meisjes
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Uytersprot, hij kent geen zorgen
Uytersprot, hij kent geen pijn
Wat moet het zalig, zalig wezen
Een heer als Uytersprot te zijn
En te zingen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Uytersprot, hij mag haar dansen
Hij kronkelt zich gezwind op dreef
Likkebaardend zie je hem denken
Ze danst weer als een geile teef
O Vlaanderen, bibber ende beef
Ze danst weer als een geile teef
Ze zeikt niet als een loze zeef
Nee, ze danst weer als een geile teef
En ze zingt
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen
Boem di boem
Zolang ik maar mijn ding kan doen