Vijfenzestig plusser
Compleet met wandelstok
Waar zo op het oog niets vreemds aan lijkt
Staat bij gebrek aan geld
Voor de vitrine van de bioscoop
En kijkt
Kijkt
Daar loopt hij weer
In de drukke winkelstraat
Waar het kooplustig vrouwvolk krioelt
Hij struikelt over zijn stok
Houdt zich schijnbaar staande aan hun rok
Maar voelt
Voelt
Vieze ouwe man
Hij droomt er elke nacht weer van
Vieze ouwe man
Hij is een man die nog graag wil
Maar niet meer kan
Vieze ouwe man
Hij heeft in een warenhuis
Een zijden damesonderbroek gegapt
En is betrapt
Toen een juffrouw hem op heterdaad verraste
Heeft hij het zijden slipje haastig ingeslikt
Bijna gestikt
Vieze ouwe man
Een vrouw stapt van haar fiets
Het zadel is nog warm
Als hij uit het niets
Uit een portiek opduikt
Met zijn kromme benen naar de fiets toeloopt
En aan het zadel ruikt
Ruikt
Vieze ouwe man
Hij zit er elke nacht weer an
Vieze ouwe man die nog graag wil
Maar nooit meer kan