Hij trok van deur tot deur langs alle dorpen
En uit de ramen werd een blik geworpen
Die vaak minachtend en laatdunkend leek
Omdat hij haveloos en smerig bleek
Hij was maar klein, tot aan z'n broek twee veren
Om op z'n fiets het kettingvocht te weren
Maar als hij stond te spelen voor de deur
Dan kreeg het oude dorp opeens een kleur
Hij zong wat nasaal en hij speelde wat vals
Maar het klonk als een pracht van een wals
Hij zong wat nasaal en hij speelde wat vals
Maar het klonk als een pracht van een wals
Wij volgden hem als kind'ren langs de deuren
Al had z'n pak gerepareerde scheuren
Hij stapte kort en driftig voor ons uit
Nam steeds opnieuw een muzikaal besluit
Wij hoorden reeds het kreunen van de bassen
De tonen draaiden langzaam om hun assen
Dan zette aarzelend zijn stem weer in
En bij de deur had hij weer en begin
Wij huppelden mee, ook al was het wat vals
Want het klonk als een pracht van een wals
Wij huppelden mee, ook al was het wat vals
Want het klonk als een pracht van een wals
Het was in ons klein dorp een groot gebeuren
We liepen met hem mee langs alle deuren
Tot aan de laatste huizen bij de brug
Dan gespte hij z'n kastje op z'n rug
En als hij groetend op z'n fiets gestapt was
Waarvan de achterband oud en verslapt was
Dan gingen wij naar huis, maar in ons oor
Klonk het oude repertoire nog wat door
Wij zongen nasaal en misschien wel wat vals
Maar het klonk als een pracht van een wals
Wij zongen nasaal en misschien wel wat vals
Maar het klonk als een pracht van een wals
Hij is allang voorbij, allang vergeten
En niemand zal z'n oude naam nog weten
Maar soms hoor ik de tonen van zijn lied
Al zwervend langs de huizen in 't verschiet
Saluut, mijn oude zwerver, schorre zanger
Al hoor ik nu jouw stem en spel niet langer
Maar misschien heeft God 't gehoord en toen gezegd:
Laat hem erin, die zwerver speelt niet slecht
Ach, hij zingt wat nasaal en hij speelt wel wat vals
Maar het klinkt als een hemelse wals
Hij zingt wat nasaal en hij speelt wel wat vals
Maar het klinkt als een hemelse wals