Ze loopt de trap op met haar boodschappentas,
Haar pasgekregen jas,
Hij wilde haar verassen maar ze was niet blij.
Ze pakt haar tas uit en neemt een sigarette,
Gaat zitten op het bed,
Haar hoofd het lijkt wel of ze niets meer weet.
refrain:
Hoe moet ze dat nou zeggen,
Zo moeilijk uit te leggen,
Maar het lukt niet meer.
Ze is dat gevoel kwijt,
Haar lichaam spreekt de waarheid,
Het lukt niet meer.
Ze kijkt aandachtig naar haar eigen spiegelbeeld,
Iets dat haar nooit verveelt,
Maar de angst die in haar schreeuwt wint van haar ijdelheid.
Terwijl ze huilt, vervaagt langzaam haar gezicht,
Ze doet haar ogen dicht,
Voelt de sleur als een gewicht, dat op haar schouders rust.
refrain
Vroeger toen ze hem had leren kennen,
Konden ze elkaar zonder vragen zo verwennen.
Het strand, de zee, terassen, de kroeg,
Praten en lachen het leek nooit genoeg.
Vroeger toen ze hem had leren kennen,
Konden ze elkaar zonder vragen zo verwennen.
Maar ze weet niet waarom, waarneer, waarvandaan
Maar ze voelt het gevoel als zand door haar vingers heengaan.
Ze hoort zijn sleutel, z'n voetstap in de gang,
Ze is een beetje bang,
Maar ze weet het al zo lang dit kan niet doorgaan zo.
Hij zucht en zegt: het ging niet op m'n werk,
Ben eigenlijk niet zo sterk,
Gek dat ik dan pas merk hoe ik je nodig heb.
refrain
Vroeger toen ze hem had leren kennen,
Konden ze elkaar zonder vragen zo verwennen.
Het strand, de zee, terassen, de kroeg,
Praten en vrijen het leek nooit genoeg.
Vroeger toen ze hem had leren kennen,
Konden ze elkaar zonder vragen zo verwennen.
Maar ze weet niet waarom, waarneer, waarvandaan
Maar ze voelt het gevoel als zand door haar vingers heengaan.
refrain
Oh! Hoe moet ze dat nou zeggen,
Zo moeilijk uit te leggen,
Maar het lukt niet meer.
Ze is dat gevoel kwijt,
Haar lichaam spreekt de waarheid,
Het lukt niet meer, echt niet meer!