Er ligt een oma in het water
Haar tasje dobbert er ook rond
Op de kade staan wat mensen
En haar o zo bange hond
Die oma, die kan niet zwemmen
Of heeft het lang niet meer gedaan
Ondanks haar gespartel
Blijft haar hoofd steeds ondergaan
Iemand zal haar moeten redden
Beademen, van mond tot mond
Maar we kijken het nog even aan
En sussen zacht de hond
Twee goede zwemmers gaan op huis aan
Want er wacht een vrouw met maal
Een agente sist venijnig
"Die pest past ons allemaal"
Plons, daar ligt de hond in 't water
Een hoeraatje van de kant klinkt op
Dat is nou een echte kerel
Die redt oma, let maar op
Iemand zal haar moeten redden
Beademen, van mond tot mond
Maar we kijken het nog even aan
En wedden op de hond
Door de golfslag van 't gespartel
Wordt oma naar de kant gedreven
Zij klimt hijgend op de wal
Laat de hond dan nu het leven
Iemand zal hem moeten redden
Beademen, van mond tot mond
Maar we kijken het nog even aan
Wie redt er nou die hond
Iemand zal hem moeten redden
Beademen, van mond tot mond
Maar we kijken het nog even aan
Wie redt er nou die hond
Этот текст прочитали 146 раз.