Opnieuw sla ik de toetsen aan
En zing mijn lied, zojuist ontstaan
Ik koos als strof voor deez' satire
De Arabieren!
Ze komen aan de haven aan
En mogen vrij het land ingaan
Ze zorgen goed voor hun papieren
De Arabieren
Ze dokken vijfentwintig pop
Maar toch heeft Indie nog 'n strop
Daar ze helaas te welig tieren
De Arabieren
De toeloop is zo groot als 't kan
Geen tegenstand!... het stinkt hier van
Die zogenaamde nijv're mieren
De Arabieren
Ze trekken in de kampongs rond
Zijn vlug ter been en slim van mond
Zij azen op het volk als gieren
De Arabieren
Gerust gaan ze 'n lening 'an...
Honderd procent als rente!... man
Blijf alsjeblieft uit de klavieren
Der Arabieren
Want als de zaak soms tegenviel
Dan tonen zij hun zwarte ziel
't Zijn woekeraars in hart en nieren
De Arabieren
Hun hart kent nimmer medelij
Betaal je niet, dan zuigen zij
Je laatste bloed uit, als vampieren
De Arabieren
Een hele grote vrouwendrom
Bezitten zij gewoonlijk om
Hun trouwlust rijk'lijk bot te vieren
De Arabieren
Wat in de toestand treurig toch
Vaak onvolwassen kind'ren nog
Zijn in het huis als harem-dieren
Der Arabieren
Ze dragen 'n goudbestikte fez
Ze voeren dolgraag een proces
Pronken met inten en saffieren
De Arabieren
Nooit van hun kant enig verzet
Zo blijven ze in de ogen net
Van hen, die hier het land bestieren
De Arabieren
In zaken van verdacht allooi
Of leveranties, doet de fooi
Verwonderlijk steeds zegevieren
De Arabieren...
Hoelang blijft dat nog voortbestaan
En is de laatste heengegaan?
Te lang ziet men de Oost ontsieren
Door Arabieren!