Mevrouw, ik heb in de krant gelezen:
U vraagt een meid voor dag en nacht
Ik bied mij aan daarvoor bij dezen
Op zulk een dienst heb ik gewacht
Waar ik nu ben, kan ik niet blijven
Ik heb daar al zowat beleefd
Dat zal ik u meteen maar schrijven
Dan weet u wat u aan me heeft
Ik kom daar 's morgens zeven uren
En vind de kliekies van 't souper
'k Moet borden wassen van het vuren
Dat valt op je nucht're maag niet mee
Ze drinken koffie, hallef negen
Hij lust geen thee, mevrouw d'r vent
En, koffie, daar kan ik niet tegen
Ik ben aan me koppie thee gewend
Meneer en ook mevrouw gebruiken
Twee zachte eitjes bij 't ontbijt
Maar daar mag ik maar alleen aan ruiken
Ik weet niet, wat u daarvan zeit
Ik ben ook niet een van de sterken
Een eitje was ook goed voor mij
Ik moet er hard genoeg voor werken
Ik dien niet voor niks in buurt YY
Een zootje benen voor twee dagen
Daar kookt mevrouw een soepie van
Nou zou ik u er'es willen vragen:
Wat hei je d'r nou voor voedsel an
Des zondags eten we rollade
Het lievelingskossie van mevrouw
Maar nooit krijg ik er 'es karbonade
Ondanks dat ik daar zoveel van hou
Maar 't is niet enkel om 't eten
Dat ik m'n dienst heb opgezeid
Meneer maakt heel graag, moet u weten
Zo nou en dan een aardigheid
Dat kan me nog zoveel niet schelen
Die geintjes heb ik meer beleefd
Maar z'n flauwe kul kan ik niet velen
Omdat-ie d'r niks voor over heeft
't Is 's avonds altijd over achten
Dat ik mag weggaan van mevrouw
Dan moet m'n vrijer maar staan wachten
Dat is niet lollig in de kou
't Bevalt me ook niet de conditie
Dat ik in de keuken eten moet
Me vader is bij de politie
Ik ben dus netjes opgevoed
Als dus mevrouw u 't wil proberen
Schrijf dan een lettertje weerom
Ik zal dan eens goed informeren
Bij welke mensen dat ik kom
O ja, een zaak moet ik nog vragen:
Ik verlang als loon minstens drie pop
En twekelijks vier vrije dagen
Dan heeft m'n vrijer ook geen strop
Этот текст прочитали 127 раз.