Er was een kikker uit de sloot, ha-ha.
Er was een kikker uit de sloot, ha-ha.
Er was een kikker uit de sloot,
die verveelde zich altijd stierlijk dood, ah-ah ah-ah ha-ha.
Op zekere dag zocht hij een vrouw, ha-ha.
Op zekere dag zocht hij een vrouw, ha-ha. (maar dan een goeie)
Op zekere dag zocht hij een vrouw,
maar die vind je niet altijd zo gauw, ah-ah ah-ah ha-ha.
Hij ging op pad en zocht dus maar, ha-ha. (en maar zoeken jongens)
Hij ging op pad en zocht dus maar, ha-ha.
Hij ging op pad en zocht dus maar,
doch als kikker had hij het extra zwaar, ah-ah ah-ah ha-ha.
Hij klopte aan bij juffrouw muis. (tok-tok)
Hij klopte aan bij juffrouw muis. (tok-tok) (binnen)
Hij klopte aan bij juffrouw muis,
maar 't lieve kind dat was niet thuis, ha-ha ha-ha ah-ah.
Hij zette zich geduldig neer. (op een lelieblaadje)
Hij zette zich geduldig neer. (en hij zakte er door)
Hij zette zich geduldig neer,
en eindelijk keerde 't muisje weer, ah-ah ah-ah ha-ha.
Hij gaf een kwak en zei het dan, ho-ho. (dat is gecensureerd).
Hij gaf een kwak en zei het dan, ho-ho. (maar de tweede keer was het in 't Frans).
Hij gaf een kwak en zei het dan
maar het muisje wilde geen kikvorsman, ah-ah ah-ah ha-ha. (en toen werd het muisstil)
De kikker sprong weer in de sloot, ha-ha. (met al zijn muizenissen)
De kikker sprong weer in de sloot, ha-ha.
De kikker sprong weer in de sloot
en verveelde zich daar ten slotte dood. (la-la-la-la-la... is dat nu niet erg?)
En wil je de moraal van 't lied? ha-ha (de moraal... zoeken jongens)
En wil je de moraal van 't lied? ha-ha
En wil je de moraal van 't lied?
Euh... die is er niet... heu-heu heu-heu heu-heu.