Er gaat een zilveren munt, een zilveren muntstuk,
van hand tot hand, van hand tot hand.
Rusteloos rollend, rinkelend, tollend,
van hand tot hand, van hand tot hand.
Vergooid door een drinker,
onder tafel beland,
doorboord door een kogel,
verloren in bloedrood zand.
Er gaat een zilveren munt, een zilveren muntstuk,
van hand tot hand, van hand tot hand.
Stille tijdrover, hart van mij,
verklinkend als een kerkklok,
verloren, vergooid, vergokt,
een muntstuk in het stof der tijd.
Er gaat een zilveren munt, een zilveren muntstuk,
van hand tot hand.
Oog om oog, tand om tand.