Tien tegen 1 dat ik m'n mond hou
Als ik je weer zie
Ik ken mezelf onderhand
Een prater ben ik niet
"Hoe was het hier" zal je vragen
En ik zal zeggen "goed"
En ik zeg je niet wat ik nu denk
Wat ik je eigenlijk zeggen moet
refr.:
Een man weet niet wat 'ie mist
Weet niet wat 'ie mist
Een man weet niet wat 'ie mist
Een man weet niet wat 'ie mist
Maar als ze d'r niet is
Als ze d'r niet is
Weet een man pas wat 'ie mist
Als ze d'r niet is
Jij praat honderduit over hoe het was
Over hoe je het hebt gehad
Misschien als ik op dreef ben
Zeg ik een keertje "schat"
Nou vraag je mij "hoe was het bij jou"
Hooguit zeg ik dan "stil"
En ik zeg je weer niet wat ik nu denk
Dat ik je eindelijk zeggen wil
refr.
Pas nu je hier niet bent
Nu voel ik 't in mij
Nu je mij niet hoort
Voel ik 't woord voor woord voor woord