Als ik op weg naar huis ga, en ik weet dat jij daar bent.
Vlieg ik het liefst over de file, of kom ik naar je toe gerend.
Langs alle auto's, alle mensen, ik raak er maar niet aan gewend.
Want ze zijn allemaal zo anders, zo anders dan jij bent.
En als ik je dan zie, wil ik het zeggen, heel mooi zeggen wat ik voel voor jou,
maar mijn woorden schieten tekort, omdat het toch nooit groter word,
dan: ik hou van jou.
Als ik dan eindelijk thuis kom, en je vraagt me naar mijn dag,
en vertelt over de jouwe, wat je hoorde wie je zag,
Geniet ik zo van je verhalen en van wat ik vertellen mag, dat ik misschien hier en daar wat aandik, alleen maar voor jou lach.
En als ik die dan hoor, wil ik zeggen, heel mooi zeggen wat ik voel voor jou maar mijn woorden schieten tekort, omdat het toch nooit groter word dan,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou...
Als we praten, als we lachen, als we vrijen.
Als je huilt of als je boos bent, als je je gewoon verveelt.
Als we dansen, als we drinken, als we strijen.
Alles wat je doet met mij, alles wat je deelt,
mijn woorden schieten tekort,
mijn woorden schieten tekort...
En als we dan gaan slapen, samen in ons bed.
En ik zie je rituelen, hoe jij de wekker zet.
Ik voel je warme lichaam, het geheim van jou en mij.
Vrijen zo vertrouwd en zo belachelijk dichtbij.
En als ik dat dan voel, wil ik het zeggen, heel mooi zeggen wat ik voel voor jou maar mijn woorden tekort, hoewel het heel iets anders word als ik ze hoor, als ik ze hoor van jou...
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou,
Ik hou van jou.