Toen ik op een woensdag
Alleen de stad in ging
Toen liep daar ook een meisje
Een lief en aardig ding
Ze droeg een fleurig bloesje
Met knoopjes dichtgeknoopt
Ze was precies het meisje
Waarop elke man steeds hoopt
Ik dacht meteen
Ik zeg haar gauw
Dat ik haar aardig vindt
En zei dus "zeg juffrouw"
refr.:
Ik wil een knoopje aan je bloesje zijn
Dan kan ik heel dicht
Bij je kleine warme hartje zijn
En 's avonds laat o wat een pret
Dan lig ik bij je op het stoeltje naast je bed
Ik ging met haar wandelen
En naar de bioscoop
Ik streelde zacht haar haren
En telde elke knoop
Ik bracht haar weer naar huis toe
En bij het licht der maan
Keek ik steeds naar die knoopjes
En zij zei waar denk je aan
Ik zei spontaan
Mijn lieve kind
Ik zal je zeggen
wat ik dacht en wat ik vind
refr.
Suzanne, o Suzanne
Jij hebt alles waar een man van dromen kan
Suzanne, o Suzanne
Maak voor mij daarom zo'n heel klein knoopje los