Armand - Pytonplace Тексты

De zon begint onder te gaan terwijl de kilometers
onder m'n voeten wegvreten
En de wereld doet rose aan onder de rooie bal
die de wolken heeft gespleten
En de kleuren beduiden het eind van de dag
Dat ik het toch allemaal beleven mag

Maar in het pytonplace van Drenthe
vergeet men ieder jaar de lente
En de zaaleigenares bied mij kalmeringspillen aan
En de dorpsmeisjes zijn quasi preuts en deugdzaam
Maar synthetisch worden zal ik nooit
Ookal is dat bij de plastichordebijna voltooid

De bloemen breken weer door het laatste ijs
van dit jaar, 't gaat dooien
En de mensen lachen hartelijk
omdat ze deze winter weer hebben zitten klooien
Want de zonnestralen boven de
planeet maken de smalste steegjes breed

En de turken zitten al buiten
met hun hebben, hun houwe en duiten
En de mensen die sjouwen met bomen en grond
Alsoof die barre winter niet meer bestond
En voor een paar maanden vergeet men de wintertijd
Die zo'n vreemde invloed heeft op onze vlijt

In de herfst sterven dertig procent
meer mensen dan in de andere jaargetijden
En tegelijk met de lente de beste tijd
Om de geest van het tijdelijk leed te bevrijden
Want als de zon hoog aan de hemel staat
draagt moeder aaarde haar feestgewaad

En zo wil ik afscheid nemen,
laat mij een goeie herinnering meenemen
Van de tijdelijk dolen langs het groen en de zee
En al die heerlijke gevoelens die neem ik dan mee
En misschien kan ik er ergens nog wel wat mee doen
Mits ik het leven nog eens over zou moeten doen

De kinderen verdwijnen langzaam maar zeker
Om plaats te maken voor tienjarige volwassenen
Wat zijn ze beangstigend beleerd
met overbodige feiten
Terwijl ze de wijsheid verbrassen
Nee ze zullen moeten vechten
voor een relaxed bestaan
Willen ze niet op veertigjarige leeftijd ondergaan

Want bij mij uit de klas ken ik leeftijdgenoten
Die nu al plaats gemaakt hebben voor de groene zoden
En dat is toch wel vroeg of het echt nodig is
Betwijfel ik ten zeerste, het is een groot gemis
Aan inzicht hoever je als mens kunt gaan
Leer je dat niet op tijd, ga je er voor je tijd aan

Maar elk jaar als de lente ons verrast
Wordt het weer tijd om over een tripje te gaan denken
Omdat we de natuur wel eens mogen laten weten
Wat voor aandacht we aan har schenken
En op de drassige paden van de Peel
ervinden wij het leefgareel

Dat reeds zolang werd vergeten de mensen
hebben het niet geweten
Dat met alles wat ze hebben ongelukkiger zijn
Dan de Indiers zonder spadde,
daardoor zijn z'n zorgen klein
Er is geen zinnig woord te zeggen
over het westers patroon
Wat men ons gelaten heeft is
ontstellend weinig maar schoon
Этот текст прочитали 154 раз.