Moeder heeft het vroeger vaak bij vreemden thuis gezegd
"Paulus is onhandig, ja, maar Paulus is niet slecht
Hij moet even wennen. Hij is langzaam maar niet dom
Hij leert 't wel, hij komt 'r wel, al doet 'ie wel 'ns dom"
Dan knikten alle mensen, en ze lachten eens, en flap
Dan zat ik met m'n ellebogen in m'n bordje pap
refr.:
Mooi, mooi, mooie manieren
Fraai, fraai, wat zijn ze sterk
Dat noem ik nog eens: handig versieren
Dat is 't betere werk
Paulus haal een dweil, Paulus blijf niet staan
Vlug, haal een dweil, blijf daar niet zo staan
refr.
Zondags viel ik altijd bij de voordeur in een plas
Ik liet al m'n boeken vallen, ik verloor m'n tas
"Paulus kijk toch beter uit", maar Paulus liet alweer
"Paulus, Paulus, Paulus, foei, dat is de elfde keer"
Altijd met de brokken, altijd alles stuk
Grote bergen scherven in een pietseltje geluk
refr.
Paulus haal een dweil, Paulus blijf niet staan
Vlug, haal een dweil, blijf daar niet zo staan
refr.
Veel heb ik gebroken, in m'n eenvoud nooit expres
Vazen bij m'n tantes, veel kristal, een ruit of zes
Vrachten ben ik uitgehaald, uit drijfzand en moeras
De meester liet ik struikelen en ik vergat 't gas
En als ik 's avonds meehielp met de afwas, 'ns een keer
Dan brak ik alles kopjes en dan hoefde 't niet meer