Jasperina de Jong - Zondagmiddag in de stad Şarkı Sözleri
Zondagmiddag, als mijn man aan 't vissen was
Ging ik in m'n eentje vaak een stukje lopen
Ik bekeek de plaatjes bij de bioscopen
En ik dronk een kopje thee op een terras
En ik merkte 't in 't begin nog niet meteen
Nee, ik merkte niets bijzonders om me heen
Maar op zekere zondag is 't me opgevallen
En toen zag ik plotseling al die honderdtallen
Italianen, Turken, Spanjaarden en Grieken
Die op andere dagen werken op fabrieken
Ach, ze slenterden zo doelloos door de stad
En ik dacht: Mijn God, wat vreselijk is dat
Al die hunkerende, hongerige mannen
Met die hunkerende, hongerige blikken
Uit wier leven alle vreugde is gebannen
Omdat wij ze toch uiteindelijk laten stikken
" 't Is ontzettend," zei ik tegen Mies de Rijke
"Meid, je moet op zondagmiddag eens gaan kijken
Als 't mooi weer is en je hebt geen andere plannen
Naar die hunkerende, hongerige mannen"
Mies de Rijke ging direct op onderzoek
En ze zei: " 't Is inderdaad om van te huilen"
"Kom, dat is maar lariekoek," zei Toos Verkuyle
Want daar waren we die avond op bezoek
"Heus, ze hoeven niet te hunkeren in de stad
In de buurt van de Zeedijk zijn meiden zat"
Maar toen zei ik: "Nou, noem dat maar lekker vrijen
Als 't gebeurt is sta je zo weer op de keien
En natuurlijk mag je van die nare spoken
Na de sex geeneens een sigaretje roken"
Toen ging Toos er op een zondag zelf op af
En ze zei: "Mijn God, ik stond gewoonweg paf"
Al die hunkerende, hongerige mannen
Met die hunkerende, hongerige ogen
En ze zijn zo, ach je weet wel, zo gespannen
Ik was werkelijk diep ontroerd en diep bewogen
"Ja, 't is reuze tragisch," zei Annet van Zwieten
Want daar waren we die avond op visite
"Ik zal voortaan maar 'ns vriendelijk naar ze knikken
Naar die mannen met die hunkerende blikken"
Hiervoor was meteen enorm veel animo
En we hebben er eendrachtig toe besloten
Voortaan knikten we naar al die zielepoten
En persoonlijk deed ik af en toe ook zo
Maar dat is nu allemaal voorgoed voorbij
Sinds mijn man op zekere zondagmiddag zei
"Schat, ik zal maar niet gaan vissen voor een keertje
Ga mee wandelen, het is zulk lekker weertje"
En toen vroeg ik: "Wil jij door de buitenwijken?"
Maar hij zei: "Ik wil eens in de stad gaan kijken
't Schijnt daar 's zondagsmiddags heel raar toe te gaan
Heb ik laatst vernomen van een Italiaan
Het moet hartverscheurend zijn om te aanschouwen
Al die hunkerende, hongerige vrouwen"