Hij had andere verkering en heeft haar naar huis gebracht
Na een feestelijke kermis, door de weiden van de nacht
Wat er toen precies gebeurt is, werd ons nimmer toevertrouwd
Maar ze trouwden na drie maanden en zijn zestig jaar getrouwd
Toen hij, als een goed verliezer, naar 't stadhuis ging met de bruid
Hield zij steeds, als camouflage, haar bos bloemen voor haar buik
En al zijn de ooggetuigen nu al dood of heel erg oud
Dat ze lachten in hun vuistje, dat is iets dat men onthoudt
Als er iemand nu zou vragen: Was er liefde in het spel
Ach, hij heeft haar nooit geslagen, dus misschien een beetje wel
Ze zijn bijna aan het einde van dat ene oponthoud
Dat een nacht had moeten duren; Zestig jaar getrouwd