Een mooie meid van amper dertig jaren, met iets te blonde haren, staat stevig aan de tap
En menig klant die komt zo tegen zessen z'n dorst een beetje lessen met bier en gerstesap
Haar leven lang was zij al goed geschapen, had ferme stoere knapen, daar stond ze om bekend
En in de kroeg, van klanten niet te klagen, de mannenogen vragen om meer van haar talent
refrain:
Zolang de kassa 't maar doet, mooie Lena, mooie Lena
Zolang de kassa 't maar doet, mooie Lena vindt 't goed
Zolang de kassa 't maar doet, mooie Lena, mooie Lena
Zolang de kassa 't maar doet, mooie Lena vindt 't goed
Om half zes, dan zitten ze in rijen die Lena op te vrijen, en kijken naar d'r blouse
Van half zes tot zeker tegen achten, en ma zit thuis te wachten met kip en appelmoes
Ze tapt het bier met mooie ronde kragen, zeilt om alle vragen en kneepies in d'r bil
En Lena leunt, voorover en rondborstig, dat maakt de klanten dorstig en dat is wat ze wil
refrain
Ze poetst de tap, dat poetsen is maar knudde maar 't laat de boel wel schudden en dat heeft veel succes
En Lena denkt: "Laat iedereen maar kletsen, als zij hun dorst nou lessen ga ik niet op de fles"