Refrein.
Ik zei; ik ben bang voor water, het is mij veel te diep
Alle vissen bijten en ik zie de bodem niet.
En van kopje onder, raak ik in paniek.
Misschien later maar voorlopig liever even niet.
Dag twee, boek uitgelezen.
Staar ik naar de ondergaande zon.
Stapt de allermooiste vrouw die ik van m'n leven heb gezien.
Zo uit de branding op het trapje van mijn balkon.
Ik herken haar luchtje.
Ze zegt ga je mee, en draait zich om.
Ben bang voor water, en zo is het dus dat het begon.
Ik ben ooit bijna verdronken, zegt ze.
Ik snap het wel, maar ik help je er doorheen.
Refrein.
Ik zei; ik ben bang voor water, het is mij veel te diep
Alle vissen bijten en ik zie de bodem niet.
En van kopje onder, raak ik in paniek.
Ik ben bang voor water, maar bij haar was ik het even niet.
Vijftien jaren later.
Ongelofelijk hoe snel de tijd toch gaat.
Zie ik m'n zoontje op de rand van het diepe staan te kijken.
Naar een meisje dat een stukje verder staat.
Zij springt in het water en hij blijft stokstijf staan.
Ze komt boven en hij kijkt me even angstig aan.
Toen ik je moeder leerde kennen, was ik net zo bang.
En nu ben jij hier.
Ik ben bang voor water.
Ik ben bang voor water, het is mij veel te diep
Alle vissen bijten en ik zie de bodem niet.
En van kopje onder, raak ik in paniek.
Ik ben bang voor water maar bij haar was ik het even niet.
Ik ben bang voor water. Het is me veel te diep
Ik ben bang voor water maar bij haar was ik het even.
Ik ben bang voor water maar bij haar was ik het even.
Ooohh ik ben bang voor water maar bij haar was ik het even.