het was nacht, ne zatte nacht
de kroeg gaat dicht en ik vlieg buiten
't is veel te laat, bij dageraad
ik hoor de vogeltjes al fluiten
ineens staat er ne reus voor mij
zijn benen zijn percies een soort van brug
de Lange Wapper is terug
hji is groot, verschrikkelijk groot
en lank en smal en ook heel sterk
hij is ruw, verschrikkelijk sluw
houdt ni van zeikers en de kerk
en swengst dakkik hier zing
lopen de rillingen nog over mijne rug
de Lange Wapper is terug
soems is em klein, mor da's mor schijn
dan gaan zijn kuren wer beginnen
dan groeit em hoog boven de plein
door alle vensters loert em binnen
voor lievevroukes op de hoeken van de straat
is em al lank ni meer berucht
de Lange Wapper is terug
hij is kwaad, verschrikkelijk kwaad
voor wa sinjoren allemaal dejen
ge voelt nu overal dien haat
tot in de kerken en moskeeën
't wordt tijd dat het verandert en verbetert
en het liefste nog heel vlug
de Lange Wapper is terug