des zomers als de zon schijnt dan zijn de paadjes ros
dan komt het loze vossertje vossen in het bos
met zijne zijkstok, met zijne strijkstok
met zijne platzak, met zijne papzak
met zijne lerelerelul, hij doeget gere
diep in de tere aarsjes gaan
het loze homofieltje ging in zijn deurtje staan
opdat dat aardig vossertje hem niet voorbij zou gaan
met zijne zijkstok, met zijne strijkstok
met zijne platzak, met zijne papzak
met zijne lerelerelul, hij doeget gere
diep in de tere aarsjes gaan
wat heb ik u misdreven, wat heb ik u misdaan
omdat ik niet met vrede voorbij uw reet mag gaan
met mijne zijkstok, met mijne strijkstok
met mijne platzak, met mijne papzak
met mijne lerelerelul, hij doeget gere
diep in de tere aarsjes gaan
gij hebt mij niets misdreven, gij hebt mij niets misdaan
gij moet mij driemaal poeppen, eer gij van hier moogt gaan
met uwe zijkstok, met uwe strijkstok
met uwe platzak, met uwe papzak
met uwe lerelerelul, hij doeget gere
diep in mijn tere aarsje gaan