Ik was nog maar een jonge jongen, toen ik werd uitgeselecteerd.
Of ik een wedstrijd proef wou spelen, de club was genteresseerd.
Toen ik thuiskwam en het vertelde, vloog mijn pa me op mijn nek,
en mijn opa kreeg natte ogen, ze vonden het allemaal te gek.
En wat denk je, ik werd gekozen, op die dag zo lang gele,
voor ik wist mocht ik voor het eerst met de A-selectie mee.
Dit is mijn club, mijn ideaal,
dit is de mooiste club van allemaal.
Hier ligt mijn hart, mijn vreugde, mijn verdriet,
het kan dooien, het kan vriezen,
we kunnen winnen of verliezen,
maar een beet're club dan deze is er niet.
We speelden toen die ene wedstrijd, de finale van de cup,
de absolute climax in de historie van de club
ik viel in aan het eind van de verlenging
met de bril stand nog op het bord
en koud was ik op het veld,
of ik werd binnen de zestiende grofweg onderuit gesjord.
De scheids blies op zijn fluitje,
en hij wees al naar de stip.
En ik wist, een welgemikte trap,
en de cup was in de knip.
Dit is mijn club, mijn ideaal,
dit is de mooiste club van allemaal.
Hier ligt mijn hart, mijn vreugde, mijn verdriet,
het kan dooien, het kan vriezen,
we kunnen winnen of verliezen,
maar een beet're club dan deze is er niet.
Ik was gevangen in de stilte, mijn hart dat klopte in mijn keel
ik deed vijf passen terug en dacht: als ik deze kans verspeel.
commentator: (hij gaat hem zelf nemen, ja, het is natuurlijk maar de vraag of dat een verstandige beslissing is in deze fase van de strijd, daar kan je over discussiren. nou, daar gaat 'ie...nee..hoge ogen, kans verkeken)
Ik wilde weg, er niet meer zijn, ik wilde terug in moeders' schoot.
We verloren, de finale, en het liefste was ik dood.