Visje, ik wacht al zo lang, zo lange
Ik heb er uw deeg met zorg bereid
Zoet is mijn deeg en ik wil u vangen
Ik wacht al zo lange
Maar 't visje en wou niet bijten
Maar 't visje en wou niet bijten
Appeltje aan de zwangere takken
Ik hef u mijn schort vergeefs, vergeefs
Hoger dan hoog kan ik u niet pakken
Hoog aan de takken
Maar 't visje en wou niet bijten
En de appel en wou niet vallen
Vogeltje op mijn vaders daken
Ik smacht naar uw lied, o zing mij voor
Wil met uw lied mij lustig maken
Hoog op de daken
Maar 't visje en wou niet bijten
En de appel en wou niet vallen
En de vogel en wou niet zingen
Zonnetje achter de grijze wolken
Stuur mij uw zoete zomerschijn
Kom met uw stralen mijn tuin bevolken
Van achter de wolken
Maar 't visje en wou niet bijten
En de appel en wou niet vallen
En de vogel en wou niet zingen
En de zonne en wou niet schijnen
Liefste, o liefste, ik min u teder
Meer dan 't leven min ik u
Zet u toch aan mijn zijde neder
Ik min u zo teder
Maar 't visje en wou niet bijten
En de appel en wou niet vallen
En de vogel en wou niet zingen
En de zonne en wou niet schijnen
En mijn liefste en wou niet komen.