Dat rotexaam van algebra
(toen ik maar drie op twintig had)
ligt me nu nog zwaar op de maag
wat hebben ze me toen geplaagd !
De leraar zei: De Wilde Jan
wordt jij maar liever vuilnisman
En Tante Tine zei: Kameraad
't wordt tijd dat je uit werken gaat.
Maar ik kan het ma, ik kan het
Ik kan het ma, ik kan het
echt ma, echt, ik kan het !
Ik trouwde en oom Stanislas
vertelde dat het dringend was.
Laster, want na een vol jaar
hadden we nog geen schreeuwer klaar.
Toen sprak die lieve tante Griet
erg kattig : dat kan Jantje niet
het is misschien 'n goeie vent
maar hij is vast wel impotent !
Maar ik kan het ma, ik kan het
Ik kan het ma, ik kan het
echt ma, echt, ik kan het !
Vermits ik toch niets goed aanving
was 't beter dat ik mij verhing
ik nam 'n nagel en 'n stoel
je weet best wat 'k daarmee bedoel.
Ik bad m'n akte van berouw
en stak m'n kop doorheen het touw
helaas, het kreng was veel te zwak
't kwam daardoor dat 't doormidden brak.
M'n oom Leander was verstoord
omtrent de keuze van het koord
m'n tant' Odile zei: Idioot
je krijgt jezelf nog niet eens dood !
Maar ik kan het ma, ik kan het
Ik kan het ma, ik kan het
echt ma, echt, ik kan het !