Als je nu gaat
uit deze kleffe stad
weet je morgen
hoe eenzaam gisteren was
hoeveel
ogen af en aan
afstand nemend
blind konden voorbijgaan
Als je nu gaat
naar dat land met houten huisjes
als je nu gaat
zijn de wegen nog voor jou
nu de nacht
de kleuren heeft geroofd
nu de stilte is gaan zwijgen
in jouw hoofd
Aan jou
maakte niemand woorden vuil
je was voor hen
niet eens komma,
je bent een woord
wat niet bestaat
je bent een sleutel
die niet past, je bent alleen
Maar al is jouw dag
's-middags al zinloos
al is de avond
irritant
toch hou je vreselijk
van de nacht
die uitzicht geeft op weer
een nieuwe dag.