Eduard Jacobs - Brief van een kamerverhuurster uit buurt YY Şarkı Sözleri
Gemeubileerde kamer
Een heer z.b.h.h. vraagt bij fatsoenlijke mensen op nette stand
Kamer met degelijk pension en huiselijk verkeer
Brieven enz. enz.
Geachte Meheer,
Ik heb uw annonce in 't Nieuwsblad gezien
En daarop wou ik reflecteren
Ik woon heel alleen met mijn dochter Christien
En ik verhuur enkel aan heren
'k Woon in de Frans Halsstraat al ruim twintig jaar
Mijn dochter is daar ook geboren
'k Zal ook zo gauw niet verhuizen vandaar
Ik heb er mijn man ook verloren
Mijn man was bediende in de Franse bazaar
Waar ze wel met negentig stongen
't Salaris was wel niet zo groot, dat is waar
Maar 't was nogal een pientere jongen
Maar toen hij eenmaal aan de drank was geraakt
En drinken, daar kon hij niet tegen
Toen heeft hij me heel gauw tot weduw' gemaakt
Hij heeft toen het lirium gekregen
En zo was opeens mijn verdienste gedaan
Maar 'k wou toch fatsoendelijk leven
Toen ben 'k met Christien in de heren gegaan
En daar zijn we maar in gebleven
Mijn dochter, dat is 'n juweel van 'n meid
Dat kunt u gerust informeren
Ze is bij de hand en gedienstig altijd
Dat is ook iets waard voor de heren
'k Geef altijd de heren een deeg'lijk pensioen
Daar hoef ik niks aan te verdienen
Ik doe niet gelijk zoveel kostjuffrouws doen
Bij mij krijgt u nooit margarine
Al wat ik u opschep, is zuiver en goed
Ik geef altijd thee na 't dineren
En als u iets extra's daarbij hebben moet
Kan u met Christien accorderen
Het is bij me thuis altijd netjes en knap
We hebben fatsoenlijke buren
Bij mij is er nooit geen geloop op de trap
Aan dames wil 'k niet verhuren
In 't eerst was ik dat nog wel eens van plan
Maar daar is niks meer aan te verdienen
En wat heb je 'r eigenlijk per saldo nog van
Dat zij je klanten verkankelemienen
U is bij me thuis als 'n vogel zo vrij
U hoeft voor geen opspraak te vrezen
Er is ook 'n lommerdje vlak naast bij mij
Dat kan soms gemakkelijk wezen
U vraagt in de krant om huiselijk verkeer
Dat moest uwe zelf maar bepalen
De een krijgt wat minder, de ander wat meer
Dat ligt er aan wat ze betalen
Geloof me, meneertje, ze maken wat mee
De mensen die kamers verhuren
Laatst hadden we 'n neger, 'n clown van Carre
Die lei ons gemeen in de luren
Ik kreeg vijftig pop van de kerel misschien
Hij scheepte me af met 'n tientje...
't Enige wat ik nog heb van hem gezien...
Was 't negertje van mijn Christientje!