Ik heb een handtekeningske mogen zetten
Op een Westvlaams meiske haren buik
Wat was dat prettig zo een mollig maagdebuikje
Maar ze stonden d' er met tienen op te letten
En als ze me zo bekijken blijven
Kan ik moeilijk in schoonschrift schrijven
Ik dacht waarachtig d' er iets prachtig van te maken
Maar ik begon al zenuwachtig te geraken
Ik voelde me de recordhouder der idolen
Dat gebeurt niet alle dagen dat ze zoiets komen vragen
En dan stijgt me dat onmiddelijk naar m'n zolen
Wat had ik dolgraag John Mac Don Figerald Jean-Claude Marie-François
Amedeus Prosper Cyriel Oscar van den bollewinkel geheten
Dan had ik nu nog bij haar gezeten
Ze liet me maar begaan, maar wat had ik daar nu aan
Ik bleef angstvallig haar naveltje ontwijken
Want nu stonden z' al met twintigen te kijken
Toen heb ik er iets listigs op gevonden
Waar ze allemaal verstomd van stonden
Ik heb opzettelijk een dikke fout geschreven
En ze met m'n kleine vinger uitgewreven
Urbanus dat was juist, maar van Ananas was mis
En daarmee kon ik nog eens lekker herbeginnen