Hoe vredig is 't nu in 't dal
Hoort men daar overal
De echo weerkaatst 't gebeier der klokjes
Daar bij 't gedwarrel van sneeuwwitte vlokjes
Klinkt tussendoor jodelgeschal
Hoe luidt dan de klok in Tirol
Wat klinkt dan zo wondermooi
Daar, zo vredig en wel
En hoort in gedachten steeds dit klokkenspel
Klinkt tussendoor jodelgeschal
En breekt dan de morgen weer aan
Zal ieder aan 't werk weer gaan
En klinken de klokjes bij avond of morgen
Zij, zij spelen, soms heel zware zorgen
Klinkt tussendoor jodelgeschal.