De wilde avondzon,
schijnt wat weifelend op het pleintje
En op de bank,
waar de oude josef zat
En zij als altijd later,
ging zitten met een lach
Die hij zijn hele leven al aanbad
Haar handen wel wat rimpelig
Maar warm en nog zo zacht
Streken door zijn parelwitte haar
Gedachten gingen terug,
't was kermis in de stad
Zij keek naar hem,
hij keek naar haar
Zullen we gaan dansen
De avond is nog jong genoeg
De eerste van mijn kansen
Pakte ik toen jij me vroeg
Je liet me niet meer los
Toen ik de armen om je sloeg
We polkaden en dansten
Toen tot 's morgensvroeg
De avondzon verlaat nu,
josef en het pleintje
De bier reclame knippert en gaat aan
Hij hoort de muziek,
uit het kroegje tegenover
En ziet de eerste mensen binnengaan
Haar handen wel wat rimpelig
Maar warm en nog zo zacht
Strijken door zijn parelwitte haar
Langzaam staat hij op,
want hij weet wat ze vragen wil
Zij keek naar hem en hij naar haar
Zullen we gaan dansen
De avond is nog jong genoeg
De eerste van mijn kansen
Pakte ik toen jij me vroeg
Je liet me niet meer los
Toen ik de armen om je sloeg
We polkaden en dansten
Toen tot 's morgensvroeg
Je liet me niet meer los
Toen ik de armen om je sloeg
We polkaden en dansten
Toen tot 's morgensvroeg