Betty was een klein meisje, van amper zeven jaar
ze woonde bij haar papa, en die was weduwnaar
maar Betty en haar papa, hadden het niet breed
nergens vond hij werk, wat hij er ook aan deed
Betty had een knuffelbeer, dat was haar kameraad
met hem kon zij goed praten, dikwijls tot 's avonds
laat
Betty had een knuffelbeer, hij gaf haar goede raad
die beer dat was haar beste vriend, haar steun en
toeverlaat
Betty ging niet graag naar school, ze werd daar vaak
geplaagd
omdat ze zo armoedig was, of zij werd weggejaagd
altijd als ze werd gepest, ging ze naar haar knuffel
toe
hij kon zo goed luisteren, en hij werd ook nooit moe
Op school was er een actie, voor kindjes arm en ziek
Betty nam haar beer toen mee, gaf hem aan juf Monique
ze zei toen lief tegen de juf, mijn vriend door dik en
dun
heeft mij zo vaak geholpen, dat doet hij ook voor hun
Betty had een knuffelbeer, dat was haar kameraad
met hem kon zij goed praten, dikwijls tot 's avonds
laat
Betty had een knuffelbeer, hij gaf haar goede raad
die beer dat was haar beste vriend haar steun en
toeverlaat
Betty had een knuffelbeer, hij gaf haar goede raad
die beer toen weg te geven, is Betty's heldendaad.
(c) Lucas & Gea Hulshof