Ik was verlegen als je naar me lachte
Ik werd er zenuwachtig van en blij
En steeds ontredderde jij mijn gedachten
Als je op jouw manier iets aardigs zei
Een complimentje dat ik niet verwachtte
Zo lief en helemaal alleen voor mij
Ik dacht: wat is het toch dat mij bezielt?
Tot ik ontdekte dat ik van je hield
Jij nam mijn hand en leidde mij op paden
Waarlangs verliefde mensen altijd gaan
Jij zong een zo sublieme serenade
Die ik uiteindelijk niet kon weerstaan
En hoe het verder ging, dat laat zich raden
Jij gaf mij telkens weer het wonder aan
En ik heb telkens weer voor jou geknield
Omdat m'n hele wezen van je hield
Maar d'r bestaan geen eeuwig gouden bergen
Een lente blijft niet altijd even groen
Je kunt en mag dat ook niet van het leven vergen
Straks zal nooit meer kunnen zijn als toen
Ik zal Sneeuwwitje zijn, maar zonder dwergen
En jij hebt met toverprinsen niks van doen
Maar soms denk ik: overmorgen ben ik oud
En ik weet niet eens of ik nog wel van houd