Op jouw rug daal ik de berg af
Huiv'rend in de morgenkou
Jij en ik zijn een, m'n ezel
Samen steeds op sjouw
Samen zwoegend, samen ploet'rend
Beiden in hetzelfde toom
Zonder ooit eens uit te rusten
Bij een vijgeboom
Trouwe, grauwe kameraad
Die me draagt langs weg en straat
'k Zit te denken
Als ik sjokte op jouw hoeven
En jij mocht op mijn rug vertoeven
Bleef dan alles niet gelijk
Lalalalalala lalalala
Als jij klappert met je oren
Vliegt de plagerige bij
Die eerst rond jouw oren zoemde
Regelrecht naar mij
Voor die bij blijft dat hetzelfde
Ze vindt ons ezels, allebei
Maar ik heb geen lange oren
Was ik maar als jij
Trouwe, grauwe kameraad
Die met mij door 't leven gaat
'k Zit te peinzen
Als die bij nu eens zou schrikken
Wie van ons zou zij dan prikken
Och, wat doet het er ook toe
Lalalalalala lalalala
Als jij, balkend van de liefde
Uitbarst in een blij I-A
Roepen alle bergen galmend
Ons het I-A na
Ook al is je stem niet vleiend
Jij bent toch m'n beste vrind
En ik deel met jou al 't eten
Dat mijn hand maar vindt
Trouwe, grauwe kameraad
Die me draagt van vroeg tot laat
'k Zit te dromen
Kunnen wij straks tegelijk
Naar de hemel gaan misschien
Of zou elk op z'n beurt moeten wachten
Och, we zullen het wel zien
Lalalalalala lalalala.